Oergoed Drenthe.
De vroege ochtend van 12 december. Op weg naar de klant van een bureau. Bij Emmen rechtsaf, daarna omhoog. Richting Ter Apel. Laaghangend 50 tinten grijs. Zover je ogen het lef hebben: akkers als een apocalyptisch modderland. As blues as it gets, zou Harry Muskee kunnen zeggen.
Dat beeld van Drenthe was me altijd bij gebleven.
Tot ik een paar maanden geleden in een blad ‘De oerprovincie van Nederland’ tegenkwam.
Een enkele keer gebeurt het.
Dat je zo’n propositie ziet waarvan je denkt: verrek, alles klopt. Identiteit. Context. Perspectief. Johan Derksen kan z’n trots niet op: Jopie’s ‘elk nadeel heb z’n voordeel’ wordt hier gesublimeerd als de beste. Achterop geraakt? Verlegen muurbloempje? Nee: authentiek gebleven. Oer. Trots. De borst vooruit. Bewuste afstand van het nieuwerwetse. Daar krijg je toch alleen maar burn outs van.
Met krijsende sirenes, tandeloze cowboys en indianen en bleekneuzende Pieten is Nederland op zoek naar haar identiteit. Bartje, Daniel Lohues en Jannes hebben ‘m voor het oprapen. Onder je neus. Goed gedaan. Eén dingetje: persoonlijk had ik het liever gehouden op ‘Onze oerprovincie’.
Maar ach, da’s gezeik van een buitenstaander.